(0515) 57 61 69 info@fic.nl

De heffing over het box 3-vermogen blijft de gemoederen bezighouden. Per 1 januari 2023 is de keuze tussen het oude en het nieuwe systeem vervallen en geldt het nieuwe systeem. Is de zogenaamde ‘spaar-BV’ een fiscaal aantrekkelijk alternatief?

Rendementen in box 3. Vanaf 2023 gelden de volgende rendementen voor het box 3-vermogen:

  • voor bank- en spaarrekeningen 0,36%;
  • voor beleggingen 6,17%;
  • voor schulden mag u rekening houden met een negatief rendement van -2,57%.

32% belasting. Over het gemiddelde rendement over uw vermogen is na aftrek van de geldende vrijstellingen 32% inkomstenbelasting verschuldigd. Let op.  Dit geldt ongeacht het daadwerkelijk behaalde rendement. Hoeveel rente, koerswinst of waardestijging u behaald, is dus niet relevant. Als u bijv. twee jaar geleden een lening van € 200.000 heeft verstrekt tegen een vaste rente van 1,5%, kwalificeert deze lening als een belegging. De box 3-heffing wordt dan berekend op basis van een geschat rendement van 6,17%. De te belasten rente bedraagt dan maximaal € 12.340, terwijl u maar € 3.000 rente ontvangt. Afhankelijk van de samenstelling van uw vermogen en de toepassing van vrijstellingen kan de box 3-heffing dus hoger zijn dan het door u gerealiseerde rendement.

Vermogen in de BV als alternatief?

Een BV is vennootschapsbelasting (Vpb) verschuldigd over het daadwerkelijk gerealiseerde rendement, dus ook over gerealiseerde waardestijgingen. Als vervolgens de resterende winst als dividend wordt uitgekeerd, bent u hierover 26,9% aanmerkelijkbelangheffing verschuldigd (box 2).

Privévermogen in BV. Als u de lening van 1,5% in een BV inbrengt, verloopt de belastingheffing als volgt:

Ontvangen rente

€ 3.000

Verschuldigde Vpb

€    570

Verschuldigde box 2-heffing

€    653

Voordeliger? In de BV blijft de belastingheffing beperkt tot € 1.223. Dit is aanzienlijk minder dan de verschuldigde box 3-heffing. Let op.  De uitkomst is echter volledig anders als u banktegoeden aanhoudt of als het rendement op uw beleggingen in de buurt van het rendement van 6,17% komt.

Vermogen inbrengen in de BV

Vordering op de BV in box 1. Als u beleggingen overdraagt naar de BV en de BV blijft de ontvangen koopsom schuldig, moet de BV u een rentevergoeding betalen. De vordering op de BV valt dan in de zogenaamde ‘terbeschikkingstellingsregeling’. Alle voordelen uit de lening worden dan (na aftrek van de vrijstelling) belast tegen het progressieve tarief van box 1 dat oploopt tot 49,5%. Door het verschil in tarief is dit geen wenselijke situatie.

Aandelenkapitaal of agio. Dit kan worden voorkomen door de belegging aan de BV over te dragen als gestort aandelenkapitaal of als agiostorting. De ingebrachte belegging wordt eigen vermogen van de BV, waardoor er geen schuld ontstaat en er geen rente berekend hoeft te worden. Let op.  Als u de ingebrachte middelen weer op wilt nemen, is er wel een notariële akte vereist om ongewenste fiscale complicaties te voorkomen. Ook voor de storting van aandelenkapitaal is een notariële akte vereist. Een agiostorting kunt u zelf vast (laten) leggen.

Inbreng in een bestaande BV?

In de risicosfeer. Als u concludeert dat beleggen in een BV fiscaal aantrekkelijk is, is het niet altijd verstandig om hiervoor een bestaande BV te gebruiken. U gaat immers het ‘veilige’ privévermogen in de risicosfeer van de onderneming brengen. Bovendien gaat het om de storting van eigen vermogen en voor de terugbetaling hiervan moet beoordeeld worden of de continuïteit van de onderneming niet in gevaar komt.

Beleggen in de BV kan door de wijzigingen in de box 3-wetgeving onder omstandigheden een fiscaal aantrekkelijk alternatief zijn. Om juridische complicaties te voorkomen, is het meestal raadzaam om hiervoor een nieuwe BV op te richten.

 

Bron: tipsenadvies.nl